Vietnam (2/2) - Reisverslag uit Luang Prabang, Laos van Nadia Huijzer - WaarBenJij.nu Vietnam (2/2) - Reisverslag uit Luang Prabang, Laos van Nadia Huijzer - WaarBenJij.nu

Vietnam (2/2)

Door: Nadia

Blijf op de hoogte en volg Nadia

30 April 2015 | Laos, Luang Prabang

Deze keer schrijf ik mijn blog op de persoonlijke laptop van een mannetje met een winkeltje om de hoek van m’n hostel in Luang Prabang (Laos). Het kost 1000 kip per uur, wat omgerekend 0,12 EUR is :p Het is een relatief kort verslag deze keer.

[…] Nadat de eigenaren van m’n homestay me een knuffel hadden gegeven stapte ik op mijn gehuurde motobike. Op naar Hue, een cultureel stadje op zo’n 140 kilometer afstand van Hoi An. 140 kilometer? Dat doe ik in twee uurtjes, joh. DACHT IK. In totaal heb ik er uiteindelijk 5,5 uur over gedaan :p Op de route lag de zogenaamde Marble Mountain, wat een klein tempelcomplex op een hoge heuvel is. Daar moest ik maar even een kijkje gaan nemen. Na een lange, lange trap kwam ik bovenop de heuvel aan. De tempels waren echt anders dan de tempels die ik eerder gezien had – ze leken enigszins Europees? – en in de nabijgelegen grotten zaten grote gouden buddha’s verstopt. Heel mooi en heel peaceful. Om me heen zag ik weer overal tourgroepjes rondlopen. Wat was ik blij om m’n eigen ding te doen.

Nadat ik het complex bekeken had stapte ik weer op m’n motobike. Ik kwam op een route uit dat langs het strand liep. Dit was het eerste strand dat ik sinds Indonesië gezien heb! Oké, been there, done that, dan mag ik nu de bergen weer in. En ja hoor: die waren in zicht :-) De route naar Hue bevatte namelijk de beroemde Hai Van Pass, een hooggelegen coastal route die ook door de mannen van Top Gear gereden is. Het was een hele schilderachtige route (uh, zo vertaalt Google translate “scenic route”). Omdat ik alleen was kon ik niet tijdens het rijden foto’s nemen; ik moest dus redelijk vaak even stoppen. Eén keer stopte ik terwijl de weg omhoog liep. Ik wilde eigenlijk een foto maken van het uitzicht dat ik twee meter terug gezien had, want nu zat er een boom in de weg. Dus ik begon, terwijl ik nog op m’n motobike zat, heel, heel onhandig naar achteren te lopen. Dat bleek veel te zwaar te zijn :p Toen viel ik met vervoersmiddel en al naar de zijkant. Haha, wat ben ik onhandig? Er was helemaal niks met mezelf aan de hand: mooi. M’n motobike daarentegen… was stuk!!!!! Nee hè. Daar stond ik dan, met een kapotte motobike, zonder enige vorm van menselijk leven om me heen. Oké. Ik kon dit. Ik moest en zou ’m weer aan de praat krijgen. En JA hoor, na een paar minuutjes klooien, en vervolgens een “kick start” (dat noem je zo toch?) startte de motor weer! YES! Op dat moment was ik oprecht trotser op mezelf dan ooit :p Ik, degene die nog altijd naar paps of de fietsenmaker gaat om haar lekke fietsband te laten plakken, had zojuist een motobike weer aan de praat gekregen. Met een big smile reed ik verder. Ondertussen zag ik trouwens regelmatig ambulances voorbij rijden. Er gebeuren veel ongelukken op de Hai Van Pass!

Toen ik de scenic route voorbij was kwam ik in een stadje terecht. Hier zag ik een vrachtwagen vol-ge-propt met varkens staan. Ze werden op dat moment besproeid met water. Ik kon er zowat niet naar kijken. Ik vind eerlijk gezegd dat iedereen die in Vietnam vlees eet, ook toeristen dus, dit soort praktijken ondersteunt. Walgelijk. Dit gedeelte van de route was in principe nog steeds hartstikke mooi, maar het werd verziekt door al het verkeer dat er rondreed. Ik had oprecht het gevoel dat ik uiteindelijk wel een centimeterdikke laag aan fijnstof op m’n gezicht had zitten! Het verkeer ging extreem langzaam: vaak stond ik weer voor tien minuten vast. Dit alles zorgde ervoor dat ik naar Nieuw-Zeeland verlangde :p De verkeerloze wegen, de schone lucht…

Rond half vijf kwam ik – MET DANK AAN MIJN MAPS.ME APP – op m’n bestemming aan. De timing was perfect, want om vijf uur wilde ik direct de sleeper bus naar Ninh Binh pakken – ik had besloten dat ik Hue niet per se hoefde te zien. Ik kocht snel wat te drinken en te eten, en maakte m’n gezicht schoon. Gadver. M’n gezicht was dus echt helemaal zwart, zelfs m’n oogballen. Dat geloof je toch niet :p Als zombie stapte ik de bus in. Het had gewoon zo lang geduurd en het was zo druk geweest op de weg. Met name Daaf weet hoe goed ik tegen lange afstanden rijden kan :-) Deze keer was het een echte toeristenbus. Op internet had ik gelezen dat iedereen dit busritje met klem afraadt (“de weg is extreem slecht”), en daarom juist aanraadt de trein te nemen. De weg was inderdaad hobbelig, maar het was echt wel prima. De wegen naar en van Kon Tum waren honderd keer erger. Eerlijk gezegd vond ik het best wel geinig om een keer in een toeristenbus te zitten. Iedereen om me heen bleef tenminste wakker tot zo’n 23:00! Aziaten zouden om 17:05 allemaal al in slaap gevallen zijn. Bovendien werd er in deze bus geen keiharde traditionele muziek gedraaid, waardoor ik lekker naar m’n eigen muziek kon luisteren. Ik had best redelijk geslapen: 00:00-4:30. Dat was een record.

Bij mijn aankomst in Ninh Binh city liet ik me door een motobike taxi meteen naar Tam Coc vervoeren, het national park nabij de stad. Hier zou ik twee dagen verblijven. Ik kwam in een fijn hostel terecht waar ik meteen twee uurtjes had bijgeslapen. Na m’n ontbijt kwam ik erachter HOE mooi dit gebied eigenlijk was. Ik huurde een fiets en liet mezelf, in de stikkende hitte, meevoeren door de prachtige weggetjes langs de rijstvelden, riviertjes en bergen. Het was zo, zo, zo mooi. Deze schoonheid viel haast niet te verwerken. Voor mij is dit het mooiste gebied in Vietnam. Het viel me snel op dat de mannen hier zowat allemaal (nog steeds!) zo’n donkergroen communistisch hoedje droegen. Dat dateert nog uit de Franse tijd, zeg! Wat me ook opviel was dat alles hier een stuk formeler ging dan in het zuiden, zelfs het parkeren van een fiets. Ik heb de Bich Dong pagode en een grot bezocht. Bij de grot kwam ik gelukkig twee gidsen met hun twee (Japanse) toeristen tegen. Alhoewel ze geen Engels spraken, begreep ik van de gidsen dat ik ook wel met hen mee de grot in mocht. In m’n eentje had ik het te eng gevonden want het was echt bijzonder steil en slippery. Eén van de gidsen gebaarde op het einde (natuurlijk weer) dat ie wel met me wilde trouwen. Ondertussen had ik al een heel harem kunnen hebben, joh! Ze vonden het hilarisch toen ik zei dat ik uit “hallà” kwam – dat betekent ‘Nederland’ in het Vietnamees. Nu begrepen ze eindelijk waarom ik aan het FIETSEN was :p Ik fietste weer door. Vanaf de bruggetjes zag ik steeds een aantal bootjes varen: soms met toeristen erbij, soms zonder. Wat me opviel was dat de Vietnamezen hier met hun voeten/benen roeien in plaats van met hun armen! Is dat cool of is dat cool? Het ziet er heel behendig uit. Toen ik later op de dag bij een verlaten tempel aankwam lagen daar twee verkopers in hun hangmatten te relaxen. Ze gebaarden dat ik in de derde hangmat mocht gaan liggen, dus dat deed ik maar ;-) We hebben in gebrekkig Engels/Frans gecommuniceerd, dat was heel leuk. De Vietnamezen spreken in het noorden echt veel beter Frans dan in het zuiden! Ook zijn er veel meer Franse toeristen in het noorden te vinden.

Mijn tweede dag in Tam Coc huurde ik weer een fiets. Deze keer wilde ik naar de Hang Mua toe om een hoge berg te beklimmen. Het was... ZO heet. Echt zo heet. Maar toen ik de top bereikte was ik de zware tocht naar boven volledig vergeten. Dit uitzicht was prachtig. En wat was het heerlijk om alleen op de top te zijn, lekker stil, alleen maar het geluid van de wind. Toen ik rond 15:00 weer bij m’n hostel aankwam dronk ik een kokoswater en viel daarna, omringd door de koelte van de airconditioning, als een blok in slaap. Die avond bedacht ik me dat ik twee echte budgetdagen gehad had. De meeste mensen boeken een gids (40$ per dag) om hen, either by bicycle or motobike, door het gebied heen te leiden. Doordat ik mijn trouwe vriend, maps.me, altijd bij me heb kan ik dit soort dingen gewoon zelf doen. Heel chill. Toen ik m’n dinner bestelde, vertelde de bazin van het hostel “dat mijn ritje naar Hanoi omgeboekt was van de bus naar een privéauto”. Haha, oké, nice. Ik kan me nog goed herinneren wat ik de ochtend erna aan het dromen was: ik was op een soort camping en werd in alle haast wakker gemaakt door ‘een vriend’. Hij riep dat we de bus bijna zouden missen en dat ik zo snel mogelijk alles moest inpakken. In m’n droom had ik slechts 10 minuten om mezelf klaar te maken. Terwijl ik naar de klok bleef kijken pakte ik m’n tas haastig in. Op dat moment werd ik in het echte leven ineens wakker gemaakt door een medewerker van m’n hostel: “YOUR BUS LEAVING! 10 MINUTES!”. Dat kan toch geen toeval meer zijn... Ik realiseerde me gelukkig snel dat ik met de auto zou gaan, die pas twee uur later zou vertrekken, en daardoor kon ik rustig aandoen.

In alle luxe werd ik van Tam Coc naar Hanoi vervoerd, de hoofdstad van Vietnam. De rit duurde slechts twee uur, wat een verademing vergeleken met al die sleeper buses. Bij aankomst ging er een wereld voor me open: wat was het HEERLIJK KOEL hier!!!!!! Het miezerde zelfs :-) Het leek Nederland wel!!!! Ik kon eindelijk mijn vest weer eens aan!!!! Ik ben niet gemaakt voor 35 graden, joh. Geef mij maar 15-20 graden. Het hostel waar ik terechtkwam was heel vies en gehorig. Maar goed, ik had vooronderzoek gedaan en daardoor wist ik dat er om de hoek een yogastudio inclusief café moest zitten. Daar zou ik al m’n tijd sowieso wel gaan doorbrengen. Ik ging het café meteen maar even een bezoekje brengen. Het was namelijk 12:30 en ik had nog steeds niet ontbeten. Dit café was echt... mijn place to be. Gedurende mijn drie dagen in Hanoi heb ik werkelijk iedere maaltijd in dit café genuttigd :p Ze hadden o.a. quiche (groenten, eieren en kaas op een volkorenbodem), salades met o.a. feta, olijven, pijnboompitten en olijfolie, en de lekkerste smoothies ever. Mijn ultieme favoriet was de pompoensmoothie met banaan, amandelmelk, amandelboter, kokosmelk, cacao en kaneel. Natuurlijk heb ik niet alleen maar gegeten, haha, ik heb ook lessen gevolgd! En ik heb ein-de-lijk ook m’n eigen yogamat kunnen kopen. Een oranje. Ben er echt ontzettend blij mee.

Net zoals in Ho Chi Minh City ben ik achteraf gezien een hele slechte toerist geweest in Hanoi. Het enige wat ik gezien heb is the Old Quarter en een water puppet show. De water puppet show werd ontzettend druk bezocht door allerlei nationaliteiten. Het was echt heel erg leuk, grappig en mooi om te zien. Het podium bestond uit een soort ‘zwembad’ en op de een of andere manier konden de ‘poppenbestuurders’ de poppen laten bewegen, net boven het water. Water puppetry blijkt al sinds de 11e eeuw te bestaan in het noorden van Vietnam! Het begon allemaal op de rijstvelden (in plaats van in een theater dus). De Vietnamezen proberen de traditie door middel van deze theateroptredens in stand te houden. Ik vond het echt heel knap in elkaar gezet.

Ho Chi Minh City en Hanoi zijn twee verschillende werelden, dat heb ik nu wel geleerd. HCMC is met alle McDonalds café’s, Chanel winkels en fancy auto’s veel westerser dan het communistische, slow-paced Hanoi. HCMC is net een draak; Hanoi is net een slak. Ondanks het hoge westerse gehalte in HCMC voelde ik me toch veiliger in Hanoi. Met name in the Old Quarter voelt het eigenlijk gewoon alsof je in een druk dorp rondloopt. In het noorden zijn de mensen wel een stuk onverschilliger dan in het zuiden. Ook maakten de motobike taxi’s in Hanoi steeds hele onaardige handgebaren als ze je wilden strikken voor een ritje: ze gebruiken het gebaar dat wij in Nederland gebruiken als je “Hey, effe dimmen” zegt. Snappen jullie wat ik daamee bedoel?

Ik denk dat ik een van de weinigen ben die Halong Bay heeft geskipt tijdens een bezoek aan Vietnam. Iedereen kijkt me tot nu toe in ieder geval met grote ogen aan als ik zeg dat ik er niet geweest ben. Kennelijk is het een van de zeven wereldwonderen. Nah, ik heb daar eerlijk gezegd niet zo’n bericht aan. Ik heb het gevoel dat het allemaal behoorlijk overhypt is. Als ik foto’s bekijk, weet ik zeker dat er nog een miljoen andere plekken op de wereld zijn dieminstens net zo mooi zijn. Rij bijvoorbeeld gewoon een dagje rond in Nieuw-Zeeland!!!! Ten tweede heb ik Sapa geskipt, een toeristisch berggebied boven Hanoi. De rijstvelden schijnen er heel mooi te zijn en bovendien leven er stammen met hele bijzondere kleurrijke kleding aan. Echter, ik heb het gevoel dat ik de mooiste rijstvelden ter wereld al in Indonesië gezien heb :p Bovendien had ik helemaal geen behoefte aan dat toeristisch opgezette gedoe. Je kan er twee- of driedaagse trekkings doen, iets wat in principe aantrekkelijk klinkt, maar uiteindelijk kom je gewoon weer bij van die opgezette “homestays” terecht die je banana bancakes aanbieden omdat je nu eenmaal een westerse toerist bent. Het is geen authentieke ervaring. Ik skipte het gebied met plezier. Waar ik vanuit Hanoi wel echt heel graag naartoe had willen gaan was de Ha Giang (“Ha Zang”) provincie, een plek waar zowat geen toeristen komen, waar de natuur ongekend mooi is, en waar de stammen nog heel authentiek leven. Het ligt tegen China aan. Ik had er graag drie dagen lang rond willen cruisen op een motobike. Helaas zag ik in de weersvoorspelling dat het vijf dagen lang slecht weer zou worden: regen en onweer. Met pijn in m’n hart heb ik besloten om er niet naartoe te gaan. Het was gewoon niet verstandig.

Oké. Dan maar naar Laos. Ik nam – na drie dagen in Hanoi gespendeerd te hebben – om 17:00 de sleeper bus naar Dien Bien Phu. Komt deze naam jullie bekend voor? Hier vond in 1954 de laatste slag in de Vietnamese onafhankelijkheidsoorlog plaats, tegen de Fransen. Toen ik bij de bushalte in Hanoi aankwam wachtte me een aangename verrassing: ik mocht een bed delen met een volstrekt vreemde :-) Hahhahahah oh man. Ik zag het al he-le-maal voor me: twaalf uur lang naast een vreemde, oude, snurkende Vietnamese man liggen. Het bleek allemaal ontzettend mee te vallen. Er bleek namelijk een (Vietnamees) meisje van mijn leeftijd naast me te liggen. Ze was de hele nacht hartstikke stil :-) Dit was de beste nacht die ik heb meegemaakt in een sleeper bus: ik had ongeveer zes uur aan een stuk door kunnen slapen namelijk. Toen we ’s ochtends om 6:00 aankwamen in DBP was de bus die ik wilde pakken al vertrokken om 5:30. Ik wilde naar Muang Khua, een plek in noordelijk Laos. Een Lao jongen die goed Engels sprak vertelde me gelukkig dat ik ook wel bij een ander busje kon instappen en dat de chauffeur me wel in Muang Khua zou droppen :D Mooi.

Jullie horen snel meer over mijn avonturen in Laos.

  • 30 April 2015 - 22:27

    Lotte:

    To be continued ;) ...

  • 06 Mei 2015 - 12:51

    John Van Haeften:

    Nadia,

    zoals we niet anders van je zijn gewend: het is weer een interessant verslag. We hebben daar weer een hoop van geleerd, en als deze wereldreiziger dat zegt, kun je dat gevoeglijk aannemen!

    We kijken nu al uit naar het volgende verslag!

    We wensen je nog een heel fijne en leerzame tijd toe in de landen waar je Conimex waarschijnlijk niet te verkrijgen is.....

    Groetjes, een hug,

    Fam. van Haeften
    Noordwijk aan Zee

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Nadia

Actief sinds 28 Juni 2014
Verslag gelezen: 363
Totaal aantal bezoekers 38179

Voorgaande reizen:

30 Juni 2014 - 30 Juni 2015

Wereldreis

Landen bezocht: